2018 11 Carolles - Genets
Dinsdag 29 mei Etappe 91
Traditioneel is de tent kletsnat en ook al bijna traditioneel deze vakantie is er een picknicktafel om hem in de zon te kunnen drogen. Deze keer zelfs twee! We ontbijten met vers brood en ons eerste gasbommetje is eindelijk leeg. Voor de boekhouding: we kunnen er 18x een pannetje water mee koken. Na inkopen van kaas, yoghurt en fruit, dalen we af naar Vallée du Lude. Op de parkeerplaats vertrekt net een grote groep wandelaars, maar die gaan gelukkig een ander pad in.
We volgen deze rotskust (Falaises de Champeaux) nog vijf kilometer en het is mooi: rotsen, veel groen, uitzicht en 2x een wachtershuisje. Vanaf de eerste zien we eindelijk de Mont St. Michel met zijn kleinere onbewoonde tweelingzusje/broertje Tombelaine ervoor. De zeevlakte is nu nog erg gevuld, maar aan de rotsen onder ons kunnen we zien hoe snel het daalt. Zo’n pad als dit is mooi, maar het schiet niet op en erger: door de regen gisteravond is het vochtig waardoor enorm veel insecten tot leven zijn gewekt. Stug doorlopen dus en alleen op plekken waar wind en zon is rusten.
De GR223 gaat bij het dorp St. Jean de Thomas een kilometer landinwaarts en ook deze keer is dat een goede keuze. Het is een aardig dorp met nog steeds wat Normandische villa’s van 100 jaar oud, het ligt tegen een helling aan en heeft een aangenaam dorpscafé met terras en winkel en na een stuk hellingbos ook een sfeervolle kerk met kasteel aan de andere kant van het dorp.
Nog een paar kilometer verder komen we weer in de duinen die hier een stuk lager zijn dan eerder deze vakantie. We vermoeden dat dit afgelegen stuk kust een ontmoetingsplaats is voor mannen, want we zien er drie die zich wat vreemd gedragen. Het laatste stuk tot Bec d’Andaine, het startpunt van de oversteek naar Mont St. Michel, lopen we over het enorm brede strand dat aan alle Normandische ansichtkaarten voldoet met ruiters te paard en de berg op de achtergrond. Nu is nog het een kilometer over de verharde weg naar onze camping. Dat is er een met in de zomer veel vertier zoals een zwembad, animatie en pizzeria, maar nu aangenaam rustig met alleen wat campers. Om half 6 staat daar ons tentje op een enorm grote toegewezen plek. De eerder al afgesproken taxi voor onze rugzakken morgen wordt nog bevestigd en dat komt goed.
Vervolgens lopen we het dorpje in en er is een piepklein terras met twee tafels. Het blijkt een winkel te zijn waar je de gekochte drank buiten kunt opdrinken. Bij gebrek aan losse flesjes kopen we een sixpack Leffe Blond, die we samen met wat aperitief zoutjes buiten nuttigen. Echt dorpsleven trekt aan ons voorbij met als hoogtepunt een bejaarde man op fiets die doodsbang is voor wat koetsen die passeren en dan met veel praatjes de winkel in gaat. Als hij weer vertrekt, lukt het niet zo goed met de fiets en de tas. Twee mannen van het terras helpen hem en uiteindelijk gaat hij lopend en zingend met de fiets naar huis.
Marion bezoekt natuurlijk het kerkhof tegenover de winkel en daarop vertelt iemand dat daar een belangrijke tombe is van generaal Adrian die in de Eerste Wereldoorlog de Franse helm heeft uitgevonden. Van tevoren hadden de soldaten slechts mutsen op en probeerden ze zich met tinnen borden te beschermen. Dat koste natuurlijk veel levens. Op zijn tombe staat een granieten helm. Terug op de camping maken we een pakje klaar, eten dat op en liggen ook nu weer rond half tien in bed.