2019 (2) Indre & Creuse
De tweede tocht van dit jaar was de langste van onze hele expeditie: 335 kilometer! Het is de verbinding tussen het culturele Loire-dal en de bergen van de Auvergne en ging vooral door licht golvend en dunbevolkt heuvelland met veel kastelen. Dit is het lege hart van Frankrijk. We hebben hier het enige bewegwijzerde pad gevolgd: de GR46. Plus nog een stukje van de niet meer onderhouden GR41, waar we toch nog wat tekens van zagen.
Vanaf Loches hebben we de Indre stroomopwaarts gevolgd en na de kastelen van Bridoré, Chatillon en Palluau, hebben we de eerste rustdag in het 'Venetië van de Berry' gehouden: Argenton s/Creuse. Dat ligt een uur met bus en trein van de route af, maar was de moeite waard. Na deze rustdag en weer terug op de route volgde de grote stad Chateauroux en zijn we langs nog meer kastelen gekomen: Lys St. Georges en Sarzay. Exact halverwege was in la Chatre onze tweede rustdag.
Een wandeldag verder kwamen we vlakbij de (dit jaar drooggevallen) bron van de Indre en begon het hogere en heuveliger deel van deze tocht (departement Creuse). We kwamen daar langs het hoog gelegen kasteel van Boussac, de rotsvlakte van Pierres Jaumatres en het in een mooi dal gelegen Chambon s/Voueize. Het diepe Ardennen-achtige Cher-dal was een mooie afsluiting. De laatste dag hebben we de Puy de Dome aan de horizon gezien: iets om op te verheugen voor volgend jaar, de Auvergne!